Post (1) in this series can be found HERE.
Follow sequence thereafter via "NEWER POST" button (extreme bottom left of each post).
The inner problematic situation of the immanence-standpoint.
In this Introduction
it suffices for us to bring to the fore the
inner problematic nature of the immanence-standpoint. It will suffice to
show how the choice of this standpoint is not possible unless the limits of
philosophic thought are actually transcended.
At this point we
proceed from that which we learned above to be essential to the Archimedean
point of philosophy. The latter, as we demonstrated, must be elevated above the
modal diversity of meaning. Should the Archimedean point itself be enclosed in
this diversity, then it would be per se unsuitable as a point of reference,
from which the view of totality must be directed over the different modal
aspects of our cosmos.
Furthermore, the
Archimedean point, as we previously observed, must also transcend the coherence in the diversity of thr modal
aspects. Of this thesis we are now to render a further account.
Why
the totality of meaning cannot be found in the coherence of the modal aspects.
Why can the totality
of meaning not be found in the immanent coherence of meaning among the
different modal aspects? Because the immanent coherence among all special aspects of meaning of our cosmos lacks
in itself the inner concentration-point in which these latter meet in a radical
unity. This truth becomes immediately evident to us in the act of
self-reflection.
In this Introduction
we began by observing that our ego expresses itself in all special modal
aspects of our existence. This is possible only because the latter find their concentration-point in the ego. Now the
self is elevated above the modal diversity of meaning and is thus transcendent with respect to it. Our
selfhood does not coalesce with the mutual coherence
among all functions which we have in the cosmos.
The modal diversity
of meaning exists only in the coherence of all modal aspects, but it is the expression of a totality of
signification which through the medium of time is broken up into a modal
diversity of aspects.
The totality or
fulness of meaning is the necessary transcendent centre where, in their mutual
coherence, all modal aspects converge into the
unity of direction towards the Origin, towards the Ἀρχή of all meaning.
The
Archimedean point as concentration-point for philosophic thought.
Thus, in connection
with the preceding, the Archimedean point of philosophy must truly be the
concentration-point for philosophic
thought and as such it must transcend the modal diversity of meaning even in its coherence. Can this
concentration-point be found in philosophic thought itself? In other words, can
we, discover anywhere in theoretical thought a point that really transcends the
modal diversity of meaning?
Dr J. Glenn Friesen's Dooyeweerd Glossary
Free download of entire "New Critique of Theoretical Thought"
_______________
De
innerlijke problematiek van het immanentiestandpunt.
In deze Inleiding
volstaan wij er mede, de innerlijke
problematiek van het immanentie standpunt naar voren te
brengen, en aan te toonen, hoe de keuze van dit standpunt zonder een wezenlijke
transcendeering boven het wijsgeerig denken en boven alle aan de zinverscheidenheid immanente functies van het bewustzijn
niet mogelijk is.
Daarbij gaan wij uit
van hetgeen wij hierboven als wezenlijk voor het Archimedisch punt der
wijsbegeerte leerden kennen. Dit Archimedisch punt, zoo betoogden wij, moet
boven de zin-verscheidenheid verhevenzijn, zal het ons inderdaad houvast
bieden. Zou het Archimedisch punt zelve in de zin-verscheidenheid besloten
liggen, dan is het persé ondeugdelijk als orienteeringspunt, van waaruit de blik
der totaliteit over de zin verscheidenheid moet worden gericht.
Het Archimedisch punt
moet voorts ook - gelijk wij reeds opmerkten - den zin-samenhang in de verscheidenheid der zinzijden te bovengaan. Daarvan
willen wij ons thans nader rekenschap geven.
Waarom
de zin-totaliteit niet in den samenhang der zin-verscheidenheid kan gelegen
zijn.
Ook in den immanenten samenhang in de
zin-verscheidenheid van getalszijde, ruimtelijke zijde, bewegingszijde,
organische levenszijde, gevoelszijde, logische, historische e.a. zijden der
kosmische werkelijkheid kan de zin-totaliteit niet gelegen zijn. De immanente samenhang tusschen alle bijzondere
zin-zijden van onzen kosmos mist op zich zelve het innerlijk concentratiepunt, waarin alle bijzondere functies van den
zin in de zin-volheid samentreffen.
Deze waarheid wordt ons in de zelf-bezinning
onmiddellijk openbaar.
Wij begonnen in deze
Inleiding op te merken, dat onze zelfheid zich in alle bijzondere zin-zijden
van ons bestaan uitdrukt. Zulks is alleen mogelijk, doordat al deze bijzondere
zin-functies in de zelfheid, in de ikheid, haar boven de
zin-verscheidenheid verheven, dus transcendent,
concentratiepunt vinden. Onze zelfheid dekt zich niet met den onderlingen samenhang tusschen alle functies, welke
wij in den kosmos bezitten.
De
zin-verscheidenheid bestaat slechts in den onderlingen samenhang van alle zin
bijzonderheid, maar als uitdrukking
van een zinvolheid, die zich in de zin-verscheidenheid verbijzondert.
De zin-totaliteit is
als zin-volheid het noodwendig
transcendente centrum, waar alle bijzondere zin-functies in haar onderlingen
samenhang samentreffen in de eenheid van
richting op den Oorsprong, op de Ἀρχή
van allen zin.
Het
Archimedisch punt als concentratiepunt voor het wijsgeerig denken.
Het Archimedisch punt
der wijsbegeerte moet dus in verband met het voorgaande in waarheid zijn het concentratiepunt voor het wijsgeerig denken
en als zoodanig de zin-verscheidenheid ook in
haar samenhang te boven gaan. Kan nu dit concentratiepunt aan het
wijsgeerig denken zelve immanent zijn, kunnen wij m.a.w. in het denken ergens
een punt vinden, dat inderdaad de zin-verscheidenheid transcendeert?
Free download of entire "De Wijsbegeerte der Wetsidee"