Why do we perceive the sensory images of motion in the objective sensory picture of space?
_________________
Waarom nemen wij de zinnelijke bewegingsbeelden in het psychisch ruimtebeeld waar?
_________________
Ciamar as lèir dhuinn ìomhaighean ceudfathach gluaiseach ann an dealbh ceudfathach rùmail?
__________________
Click image to enlarge
{The whole psychic [sensory] analogy of space is not a simple one, and is by no means directly connected with the original spatial meaning [ie the spatial law-sphere]. In the first place, it refers back to biotic space, itself a complex spatial analogy in the modal meaning of the biotic law-sphere. And behind this latter analogy the psychic [sensory] spatial retrocipation appeals to the physical space of energy and the kinematic mode of extension. Only behind kinematic space does it refer back to the original nucleus of space, in which it finds its ultimate foundation.} This also explains how the images of motion can be perceived with the senses only in the objective psychical [sensory] picture of space, although in an earlier part of this work it appeared that in the original meaning of space no movement is possible.
The explanation is that the objective sensory space of feeling is a modal retrocipation of the original modus of extension [i.e. of the foundational spatial law-sphere]. As such it [the sensory space retrocipation] forms the necessary basis within the modal structure of the psychical aspect for the sensory image of motion as an analogy [sensory kinetic retrocipation] that comes later in the modal arrangement. This [sensory kinetic retrocipation] in its turn is an (objective) modal retrocipation of the original meaning [i.e. foundational law-sphere] of motion.
Click image to enlarge
Consequently sensory three-dimensional space is indeed the a priori modal condition of all sensory perceptions of the objective images of motion. The modal retrocipations in the meaning-structure of feeling [i.e. the sensory law-sphere], however, are not really coordinated with one another as the juxtaposition of the theoretically grasped meaning-moments in our analysis might suggest. They interpenetrate intensively in the modal coherence of the [sensory] meaning-aspect. In its complex structure within the modal meaning of psychical feeling objective sensory space is entirely interpenetrated by the physical and kinematic retrocipations. In the same way the subjective feeling of space is entirely interpenetrated by the subjective feeling of energy and motion. The objective sensory images of motion, too, must interpenetrate psychical [sensory] space itself, and so motion can only be perceived with our senses in objective sensory space. Similarly, in the reactive space of organic life the biotic spatial analogy is entirely interpenetrated by biotic motion. Biotic motion is only possible in organic-biotic space. Sensibility [biotic sensation/perception], again, is a modal retrocipation in the meaning-aspect [sensory law-sphere] of feeling immediately referring back to the organic structure of life. This retrocipation is of a complex character as it also refers back to organic development and, in concrete terms, e.g., shows various degrees of differentiation in higher and lower animals.
Organic development, in its turn, is a complex kinematic analogy in the biotic meaning-aspect [law-sphere] which in its organic moment refers back to the arithmetical and spatial meaning-aspects.
Click image to enlarge
Waarom nemen wij de zinnelijke bewegingsbeelden in het psychisch ruimtebeeld waar?
{De geheele psychische (zinnelijke) ruimte-analogie is echter niet een enkelvoudige, en knoopt geenszins rechtstreeks bij den originairen modalen ruimtezin aan. Zij wijst veeleer primair terug op de organische levensruimte, die zelve een gecompliceerde ruimte-analogie in den modalen zin van den biotischen wetskring is, en achter deze biotische ruimteanalogie op de bewegingsruimte. Eerst achter deze laatste ruimte-analogie wijst zij terug naar de originaire zin-kern der ruimte, waarin zij bijzonderlijk gefundeerd is.}
Zulks verklaart ook, hoe wij de bewegingsbeelden psychisch zinnelijk gewaar worden in het ruimtebeeld, terwijl toch in den originairen zin der ruimte, gelijk wij vroeger zagen, geen beweging mogelijk is.
De objectief zinnelijke gevoelsruimte, als modale retrocipatie op den originairen modalen zin der ruimte, fundeert nl. binnen het modale verband van de psychische zin-structuur noodwendig het zinnelijk bewegingsbeeld, als (objectief) modale retrocipatie op den originairen zin der beweging.
Zoodat de zinnelijke driedimensionale ruimte inderdaad een apriorisch modale voorwaarde wordt voor alle objectief zinnelijke gewaarwording van het bewegingsbeeld. De modale retrocipaties in de zin-structuur van het gevoel zijn echter niet wezenlijk met elkander gecoördineerd, gelijk bij de analytische juxta-positie der theoretisch omvatte zin-momenten zou kunnen schijnen, doch zij doordringen elkander intensief in den modalen samenhang van den zin. De objectief zinnelijke ruimte is in haar complexe structuur binnen den modalen zin van het gevoel geheel doordrongen van de bewegingsretrocipatie, gelijk het subjectief ruimtegevoel doordrongen is van het subjectief bewegingsgevoel. Alzoo moeten ook de objectiefzinnelijke bewegingsbeelden de gevoelsruimte zelve doordringen en worden wij dus de beweging zinnelijk slechts in de ruimte gewaar.
Zoodat de zinnelijke driedimensionale ruimte inderdaad een apriorisch modale voorwaarde wordt voor alle objectief zinnelijke gewaarwording van het bewegingsbeeld. De modale retrocipaties in de zin-structuur van het gevoel zijn echter niet wezenlijk met elkander gecoördineerd, gelijk bij de analytische juxta-positie der theoretisch omvatte zin-momenten zou kunnen schijnen, doch zij doordringen elkander intensief in den modalen samenhang van den zin. De objectief zinnelijke ruimte is in haar complexe structuur binnen den modalen zin van het gevoel geheel doordrongen van de bewegingsretrocipatie, gelijk het subjectief ruimtegevoel doordrongen is van het subjectief bewegingsgevoel. Alzoo moeten ook de objectiefzinnelijke bewegingsbeelden de gevoelsruimte zelve doordringen en worden wij dus de beweging zinnelijk slechts in de ruimte gewaar.
Gelijk reeds in de reactieve organische levensruimte de biotische ruimte-analogie geheel door de levensbeweging is doordrongen, zoodat inderdaad de levens-beweging slechts in de organische levensruimte mogelijk is.
De zinnelijkheid is wederom een modale retrocipatie in den gevoelszin, die onmiddellijk terugwijst naar den organischen levenszin. Deze retrocipatie is echter van gecompliceerd karakter, daar ze mede terugwijst naar de organische ontwikkeling en in concreto dan ook bv. bij hooger en lager ontwikkelde dieren een verschillende differentieering vertoont.
De organische ontwikkeling is echter op haar beurt een gecompliceerde bewegings-analogie in den levenszin, die in het moment van het ‘organische’ (dat een totaliteit in zijn deelen is) terugwijst naar den getalszin.