lundi, mai 06, 2013

Langevelde: Bilingualism & Economic Development: A Dooyeweerdian Approach


Ab (Adriaan Pieter) van Langevelde werd op 25 februari 1954 geboren te Goes maar groeide op in Emmeloord. In 1972 behaalde hij daar het diploma Atheneum B. In 1978 slaagde hij cum laude voor zijn doctoraal examen economie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Vervolgens werkte hij bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Friesland, het Economisch-Technologisch Instituut voor Friesland en de Afdeling Onderzoek van de Provincie Friesland, steeds in Leeuwarden. Vanaf 1994 was hij verbonden aan de Rijksuniversiteit te Groningen voor een promotie- en een postdoc-project. In 2001 promoveerde hij op een proefschrift over de invloed van de tweetaligheid op de Friese economie. In dat onderzoek maakte hij gebruik van de reformatorische filosofie. Tot 2005 was hij vervolgens bezig met een post-doc project samen met een hoogleraar geografie van Calvin College, Grand Rapids (MI), USA, waarin de reformatorische filosofie werd toegepast op de economie en de geografie in het algemeen. Daarna begon hij met het project Biografie C. Veenhof, dat naar verwachting in 2014 zal worden afgerond met een promotie tot doctor in de theologie in Kampen (TU Broederweg). Inmiddels startte Van Langevelde samen met prof. dr. George Harinck het project De Vrijmaking in brieven
BILINGUALISM AND ECONOMIC DEVELOPMENT IN WEST EUROPEAN MINORITY LANGUAGE REGIONS: 
A DOOYEWEERDIAN APPROACH



Abstract
     In this publication possible influences of bilingualism on the regional economic development in West European minority language areas are analyzed. This analysis is made using the interdisciplinary structural theory of Herman Dooyeweerd, a Dutch philosopher. Part 1 contains a summary of some fundamental concepts of this structural theory which are particularly relevant in this context. In Part 2 a Dooyeweerdian approach to the problem of the relationship between bilingualism and regional economic development is developed step by step. In the beginning, the value of existing microeconomic models of the firm for the analysis of the problem is assessed. Thereafter, a Dooyeweerdian alternative is given by defining a company as a societal structure in which one or more people ought to strive to produce a value surplus. It is argued that value surplus and financial profit are not completely synonymous concepts though they are clearly related. This Dooyeweerdian approach is subsequently applied to the problem mentioned. What is the relative value of a minority language for companies in relevant regions? In the process, questions are formulated for empirical research. A concluding remark is made on the relevance of this Dooyeweerdian analysis for the regional economic policy of government bodies.
     Financial support of the Foundation for Economic, Social-cultural, Spatial and Environmental Sciences of the Netherlands Organization for Scientific Research, the Provincial Government of Fryslân, the Faculty of Spatial Sciences of the University of Groningen and the Berie foar it Frysk (Frisian Language Board) is gratefully acknowledged.

Preface
     At the end of 1996 my article "Bilingualism in the Business World in West European Minority Language Regions: Profit or Loss?" was published in Philosophia Reformata (1996/2, pp. 135-59). Since this journal presupposes expert technical knowledge of the philosophy of Herman Dooyeweerd, a Dutch philosopher, this article is in places difficult to grasp for an important group of scholars in the relevant field of research. This is the background of the appearance of the current publication that contains the article in question (see Part 2) and a summary of relevant fundamental concepts of Dooyeweerdian structural theory (see Part 1).[...] 
(Ab van Langevelde Groningen, September 1997)